dinsdag 29 mei 2012

Het is even geleden dat ik schreef maar ik werd constant heen en weer geslingerd tussen optimisme en frustratie. Elke dag kwam er iets bij, maar het weer verplicht me om positief te blijven, toch wordt het zwaar. Aan 388 pillen zit ik nu, onderweg ben ik er ergens 5 vergeten te nemen en ‘dankzij’ mijn operatie heb ik 60 niet moeten nemen. Maar al bij al is dit een mooi gemiddelde na vijf weken. En alle pillen tegen de neveneffecten reken ik niet mee, dat zou zeuren zijn. Van zeuren – in de andere betekenis - gesproken, ik besef dat ik eigenlijk relatief gezien nog geluk heb.

Sommige moeders vermoorden hun kleine om het te ‘behoeden’ voor iets slecht, gruwelijk. Ik heb gelukkige andere beschermengelen. Terwijl mijn hARTSvriendin mee gaat om mijn definitieve prothese te kopen, slaagt ze er ook in mij een passend badpak en zwemprothese cadeau te doen. De andere vriendin gaat binnenkort hun huisje in Frankrijk poetsen, en ik mag gewoon mee om enkele dagen aan het zwembad te liggen. De ene rustige namiddag met vriendinnen volgt de andere op. Ja, ik ben misselijk, en ja, ik moet vaak naar het toilet spurten, en ja, ik moet veel pillen slikken, en ja mijn voeten doen zeer maar echt zeuren, nee, ik heb het recht niet.

Al komt opgeven met de pillenkuur steeds dichterbij. Bijna alle ongemakken die in de bijsluiter staan, zijn ondertussen de revue gepasseerd. De aften groeien weelderig, de blaren kweken voort, de pukkels rukken op en de pijnlijke voeten blijven me beperken. En dan heb ik het nog niet over de verontrustende wc-bezoeken, de keren dat ik wakker lig en de misselijkheid die met de regelmaat van de klok toeslaat. Enkel een maagbloeding door de pillen mankeer ik precies nog… En dit nog voor de komende vier maanden? I don’t think so. Als mijn scan binnen drie weken clean blijkt te zijn, vliegen ze in een doos. Dan neem ik drie maanden rust voor mijn lijf tot aan de volgende scan. Dan ga ik eindelijk eens genieten van de zon en ga ik terug op zoek naar wat energie, dan wil ik eindelijk eens een paar maanden waar ik recht op heb. Dan wil ik na bijna drie jaar, bijna ononderbroken behandeling en ongemakken, een paar maanden zónder ziekenhuis, zónder prikken, zonder pillen, zónder ongemakken, dan kan de zomer eindelijk eens beginnen voor mij. Het wordt eens tijd.


woensdag 16 mei 2012


Naar mijn indruk is de populatie die kanker krijgt een weerspiegeling van de bevolking. Sommigen lijken onkreukbaar terwijl je bij anderen van ver al ziet dat ze ziek zijn, de ene kreunt al bij de eerste prik, de ander pas vanaf de honderdste, sommige durven schromelijk te overdrijven maar minstens evenveel minimaliseren. Hierdoor komt het dat je respect hebt voor iedereen die met de ziekte geconfronteerd wordt, maar met de ene klikt het al beter dan met de andere. Ik heb er zo een paar leren kennen die een plaatsje in mijn hart hebben gekregen. De manier waarop ook zij met de ziekte zijn omgegaan, hoe ze er alsnog in slaagden om er ondanks hun eigen zorgen zelfs voor mij nog te zijn, kan ik bijna niet vatten.
Eentje is speciaal net omdat ik haar verhaal in het begin zo goed kon vergelijken met het mijne. Al vanaf het eerste telefonische contact was er een klik. Na een intensere periode werd het contact wat minder frequent maar bij vele belangrijke en vaak ook angstige momenten de afgelopen drie jaren was ze er telkens voor mij. Vooruit blijven gaan en terug sterk worden, net zoals haar. Optimistisch blijven, net zoals haar. Stappen durven zetten in het leven en de échte liefde een kans geven, net zoals haar. Al die dingen deed ze me voor, ik kreeg de handleiding. Ja, ik kijk op naar haar.
Wanneer bij zo iemand in je leven, plots weer een ongelooflijk donkere bladzijde in haar levensboek opduikt en haar nog zwaardere strijd herbegint, dan heb je het even niet meer. Dan komen de slapeloze nachten terug en ben je emotioneel helemaal op losse schroeven. Maar dat en mijn portie pillen, mijn ongemakjes zijn helemaal niets, gewoon peanuts wanneer ik aan haar denk. Nog meer besef ik dat ik moet doen in plaats van te plannen, dat ik telkens ik het voel tegen de mensen die ik graag zie moet uiten dat ik van ze hou. 
Ik schreeuw, ik huil, ik vloek, ik pieker. Maar vooral: ik hoop. Het moet gewoon. Mijn kaarsje brandt. Voor haar.

zondag 13 mei 2012


Wat een week! Na mijn operatie ging het voor een weekendje met de familie richting Zeeland. Slecht weer maar een hele boel gezelligheid en dit in de aanloop naar een stressvolle maandag. Vanaf de middag ging mijn ‘harteklop’ per minuut een tikkeltje harder. Ik hield het bijna niet meer toen ik half vijf eindelijk de verlossende uitslag kreeg. Het bolletje dat donderdag werd weggehaald bleek uiteindelijk een cyste te zijn. Ik moet zeggen, beste lichaam, flauw mopje, héél flauw mopje.

Het was een spannende week voor mijn favoriete sportclub maar ook hier ging alles vlotjes. Drie keer hebben ze moeten spelen, twee van de drie gewonnen matchen was ik erbij en ik zag dat het goed was. Pole position voor de playoffs, we beginnen al te dromen. Ik maakte wel een klein schoenenfoutje bij de match in Charleroi, wist ik veel dat die bus vier straten van de zaal moest parkeren. De hoge hakken in combinatie met mijn pillen leidde gisteren tot de eerste keer chemo-voeten… Auwch. Volgens mij ligt het aan die vijftiende pil. Ah ja, vijftien in plaats van veertien want donderdag tijdens de ziekenhuisopname bleek dat ik in vergelijking met drie weken geleden één kilo ben aangekomen, dus een extra pil. De komende maanden let ik iets meer op mijn gewicht, 105 pillen per week is voor mij eigenlijk genoeg hoor.

En dan vandaag zo’n mooie dag. Verrassingsontbijt voor moederdag, een herdenkingsmis voor pépé met een ongelooflijk sympathieke priester die over de liefde vertelde alsof hij een specialist is. Raar, maar iedereen hing aan zijn lippen. Zalig om te zien hoe iemand écht in iets gelooft. Zo’n start op zondag, sluit elke rasechte Vlaming toch af aan de kust? Dus op naar de zee, of eerder enkele winkelstraten aan de zee, waar ik raar maar waar een bikini in een etalage vond waar mijn prothese perfect in past. Hoef ik nog te vertellen dat hier een erg gelukkig mens zit? Goed nieuws, warmte en liefde doen mij hopen, hopen dat alles goed komt. We geloven er terug een beetje in!