dinsdag 26 februari 2013

Overdonderd was ik, van het verschil in gevoel. Van de ene op de andere dag ben je weer een ‘werkmens’ en dat doet wat met je. Terwijl de wereld tot begin februari maar uit twee groepen bestond; de zieke en de niet-zieke, bestaat de wereld nu plots uit meerdere verschillende groepen. Ik word opnieuw geconfronteerd met situaties die ik haast vergeten was, positief en negatief. Aan allen die denken dat mijn kankerervaring tot meer relativering leidt ten opzichte van zeurpieten en regelneukers: forget it. Maar tegelijk geniet ik met volle teugen van mijn plaatsje op kantoor, de lunch met de collega’s, het gevoel van weer mee te tellen. Zalig gewoon, ’s avonds aanschuiven in de file langs de E40 tussen nerveuze mensen die dreigen te laat te komen in de crèche of hun fitnessclass.

Tegelijk is het persoonlijk heel confronterend en zwaar. Hoe beter het met mij gaat, hoe beetje bij beetje mijn geluk toeneemt, hoe slechter het precies bij die andere gaat. Ik voel me bevoorrecht, ongelofelijk dankbaar maar ik ben tegelijk ook bang. Ik hou de hele dag hout vast en probeer niet paranoia te worden. Maar het is freaky te ervaren dat onaantastbaar optimisme en doorzettingsvermogen geen enkele garantie geeft, de hoop op leven wordt soms gewoon stukje voor stukje doorprikt, zonder reden. Dan mag je nog zoveel willen doen, willen geven, het enige wat je rest is verweesheid en intens verdriet. 

Ik kan er niet bij, begrijp het niet. Een krant lezen of een onredelijke e-mail kunnen me dan ook momenteel zo kwaad maken. Het is onbegrijpelijk dat er zoveel ellendige kwaadwillige mensen of permanente negativisten bestaan maar nog erger is dat die meestal niet eens beseffen wat er echt toe doet. Ze vergeten gewoon dat ze zoveel zelf in handen hebben. En wat ze niet kunnen bepalen, de basis, hébben ze gewoon: een compleet gezond, lees kankerloos, lichaam. 

Gelukkig ben ik niet van die vervelende categorie en daar ben ik trots op. En met haar in mijn gedachten, ga ik mijn kwaadheid omzetten in kracht. Kracht om dingen te ondernemen, mezelf op te rapen en door te gaan, om zaken te realiseren waar die ander geen tijd meer voor krijgt, om te blijven geloven en hopen en bovenal laat ik me niet besmetten, ik zal eeuwig alles met liefde blijven doen.

maandag 4 februari 2013

Vele keren heb ik al klaar gezeten aan mijn computer om nog wat te bloggen, maar de inspiratie ontbrak mij een beetje. Ik had denk ik te veel te vertellen, kon het niet kanaliseren. Na een verwarrende eindejaarsperiode waarbij afscheid werd genomen in plaats van uitbundig het nieuwe jaar te starten, kwam mijn echo er half januari meteen aan. Het toestel stond nog maar op mijn borst of daar stond een grote zwarte joekel te blinken op het scherm. Er werd onmiddellijk beslist om een nieuwe borstpunctie uit te voeren. Donderdag 17 januari was emotioneel de zwaarste dag tot op heden wat betreft mijn ziekteproces. Ondanks mijn gesmeek, wilden mijn weefsels niet vlugger kweken in het labo. Vrijdagochtend kwam dan uiteindelijk het verlossende nieuws dat het gelukkig vals alarm was. De champagne vloeide rijkelijk, nog nooit was de ontlading zo groot.


Mentaal was deze klap echter harder dan verwacht. Emoties die lang ondergedoken zaten, kwamen boven. Ik vrees dat ik nog wat tijd zal nodig hebben om alles een plaats te geven, maar hoe doe je dat? Moet ik nu een dag of 5 op een bergtop gaan zitten? Of moet ik een maand door de woestijn gaan trekken?

Wanneer ik enkelen moet geloven, moet ik gewoon blijven bloggen. Dit zou zowel mijzelf als hen ten goede komen. Ik registreerde enkele minder tevreden - ze zijn wel lief - bloglezers dat ze hun werkdag nu reeds anderhalve maand met hetzelfde artikel moeten starten en dat ze dit graag anders zouden zien. Nu ja, dan heb ik ander spannend nieuws. Ik heb er soms aan getwijfeld of die dag nog zou komen. Vanaf eind deze week ben ik officieel terug in dienst, volgende week staat mijn eerste werkdag gepland na anderhalf jaar strijden. Dus in plaats van de foto en een bericht, zal ik in levende lijve verschijnen. En ik beloof het jullie, ik breng een kleine verrassing mee. ra ra ra... En nee, ik heb tijdens mijn afwezigheid geen lange baard gekweekt... Tot gauw!