Eindelijk. Eindelijk vind ik de woorden om me uit te
drukken. We beginnen bij het begin. De dag van de scan was ik rustig, tot ik
eronder lag. Ondertussen weet ik dat een CT, per lichaamslocatie, tweemaal
scant, toen hij nog een derde maal een kleiner stuk scande, steeg mijn bloeddruk
tot een absurde hoogte. Mijn hARTSvriendin zorgde echter voor een
VIPbehandeling en amper 10 minuten na de scan wist ik reeds de uitslag; haar
duimen stonden omhoog. Ik weet niet wat er toen in mijn lijf gebeurde, maar
mijn reactie was een combinatie van ongeloof en automatisme. Terwijl ik de
smsjes met het goede nieuws verstuurde, begon de realiteit zachtjes door te
dringen.
Eerlijk waar, ik begrijp het niet helemaal, ik ben van slag.
Als geen ander besef ik, dat er dagelijks mensen op een uitslag zitten te
wachten. Op amper vijf minuten kan de heldere hemel in een woeste dreigende
orkaan veranderen. Terwijl ik vandaag mijn stekje opruim, krijgt een ander op
dit eigenste moment chemo of nog een ander slecht nieuws. Dat besef dat je zo
afhankelijk bent van de goodwill van je lijf, van de uitslag van een scan, maakt
je broos. Ik heb goed nieuws gehad en ben extreem dankbaar. Maar ik begrijp ik
het niet en wil zo graag begrijpen waarom die andere niet hetzelfde mag horen.
Waarom ik wel en zij (nog) niet? Het is niet eerlijk, ik wil dit goede nieuws
écht delen, in realiteit.
Ik voel dat ik harder ben geworden. Zelfs na een korte
vlucht naar het buitenland, besef ik; ik kan ze echt niet meer verdragen in
mijn buurt, de zagen. Het gezeur over het weer, het kwaadspreken over anderen,
het elkaar kapot schieten, het gediscussieer over – echt waar – futiliteiten, ik
kan het niet meer aan. Wanneer ik nadenk over Leonie die bijna alleen rechtop
kan zitten, mijn partner die me beschermt als een leeuw, mijn ouders, zus,
familie en vrienden die aan me denken en er voor me zijn, het goede nieuws, de
gezelligheid binnen terwijl het buiten kouder wordt, dan besef ik, ik heb
geluk. Maar het is dubbel en dit zal het blijven tot ik op een dag alles kan
plaatsen. Het enige wat ik nog zou willen is : please, please, please laat dit geluk
blijven duren maar vooral please, please please, mag die ander ook eens geluk
hebben? Ik wil dit geluk graag delen,
dan pas voelt een mens zich écht gezond.