maandag 29 augustus 2011

Ik dacht dat ik na dit weekend een spectaculair emotioneel bericht ging schrijven, maar niets is minder waar. De ramptoeristen moeten bij Miss Irene zijn, niet hier.
Zaterdagvoormiddag werd mij en petit comité de navy-look aangemeten. Er kwam geen traan aan te pas. Daar kunnen twee verklaringen voor zijn. Ofwel waren ze in het ziekenhuis al gevloeid, ofwel voelde ik me supergoed omringd op het moment zelf en maakte de blijdschap om zoveel vriendschap en warmte, het vloeien van tranen onmogelijk.
Het knippen en trimmen is één ding. Daarna komt de confrontatie met je nieuwe look. Bewust heb ik alle spiegels vermeden bij het knippen en ook toen ik mijn nieuwe hoofd wou wassen in de badkamer. Maar een grote propere doucheknop zorgde ervoor dat ik reeds een glimp van mijn nieuwe look kon aanschouwen. Amper drie uren later durfde ik al eens in de spiegel kijken. Vorige keer deed ik daar vier dagen over.

Nu wil ik niet flauw doen, maar met een sjaaltje op je hoofd op straat komen is toch een stap. Ik denk dat het gevoel vergelijkbaar is, als wanneer een jong dier voor het eerst naar buiten mag. Schichtig kijk je de hele tijd om je heen of mensen niet naar je zitten staren. Jammer genoeg zijn die er natuurlijk. Blikken van medelijden of ongegeneerde nieuwsgierigheid kruisen die van jou. De ene blik irriteert je al meer dan de andere. Ik ben zelfs naar zee geweest, een frisse neus halen, gedeeltelijk in de rolstoel door mijn gebrek aan energie, maar ik liep/reed er toch. Trots op deze nieuwe stap, trakteerde ik mezelf en verplichtte ik mijn compagnon op een lekkere pannenkoek. Geen valse start zoals in Daegu maar een trotse start.