dinsdag 20 november 2012


Eindelijk. Eindelijk vind ik de woorden om me uit te drukken. We beginnen bij het begin. De dag van de scan was ik rustig, tot ik eronder lag. Ondertussen weet ik dat een CT, per lichaamslocatie, tweemaal scant, toen hij nog een derde maal een kleiner stuk scande, steeg mijn bloeddruk tot een absurde hoogte. Mijn hARTSvriendin zorgde echter voor een VIPbehandeling en amper 10 minuten na de scan wist ik reeds de uitslag; haar duimen stonden omhoog. Ik weet niet wat er toen in mijn lijf gebeurde, maar mijn reactie was een combinatie van ongeloof en automatisme. Terwijl ik de smsjes met het goede nieuws verstuurde, begon de realiteit zachtjes door te dringen.

Eerlijk waar, ik begrijp het niet helemaal, ik ben van slag. Als geen ander besef ik, dat er dagelijks mensen op een uitslag zitten te wachten. Op amper vijf minuten kan de heldere hemel in een woeste dreigende orkaan veranderen. Terwijl ik vandaag mijn stekje opruim, krijgt een ander op dit eigenste moment chemo of nog een ander slecht nieuws. Dat besef dat je zo afhankelijk bent van de goodwill van je lijf, van de uitslag van een scan, maakt je broos. Ik heb goed nieuws gehad en ben extreem dankbaar. Maar ik begrijp ik het niet en wil zo graag begrijpen waarom die andere niet hetzelfde mag horen. Waarom ik wel en zij (nog) niet? Het is niet eerlijk, ik wil dit goede nieuws écht delen, in realiteit.

Ik voel dat ik harder ben geworden. Zelfs na een korte vlucht naar het buitenland, besef ik; ik kan ze echt niet meer verdragen in mijn buurt, de zagen. Het gezeur over het weer, het kwaadspreken over anderen, het elkaar kapot schieten, het gediscussieer over – echt waar – futiliteiten, ik kan het niet meer aan. Wanneer ik nadenk over Leonie die bijna alleen rechtop kan zitten, mijn partner die me beschermt als een leeuw, mijn ouders, zus, familie en vrienden die aan me denken en er voor me zijn, het goede nieuws, de gezelligheid binnen terwijl het buiten kouder wordt, dan besef ik, ik heb geluk. Maar het is dubbel en dit zal het blijven tot ik op een dag alles kan plaatsen. Het enige wat ik nog zou willen is : please, please, please laat dit geluk blijven duren maar vooral please, please please, mag die ander ook eens geluk hebben?  Ik wil dit geluk graag delen, dan pas voelt een mens zich écht gezond.

zaterdag 3 november 2012


Het waren heel lastige scènes de laatste maand. Het enige waar ik energie voor had waren een vijftal uitstappen en mijn scènes. Hoe kan het ook anders? Al meer dan drie jaar zijn we bezig met de film en als hoofdrolspeler moet je zodanig flexibel zijn, dat je af en toe een dipje hebt…  De scènes waren tot nu toe spectaculair; ongeveer 88 prikken werden ontvangen, 220 staaltjes bloed afgegeven, 54 zakken chemo zijn binnengedruppeld, 870300 mg chemopillen ofwel, 0,87 kg ofwel 1770 stuks werden ingeslikt tijdens de laatste 6 maanden, 5 operaties onder volledige narcose werden ondergaan en één heel spannende scène werd in isolatie gespeeld.

Maar de echte uitputtingsslag zat hem voorlopig in de staart. De hoofdrolspeler haar compagnons de route dreigen één voor één het pleit te verliezen tegen het grote monster waardoor de moraal danig verzwakt is naar een absoluut dieptepunt. Zal ik het halen? Mag ik de film eindelijk afronden? En is het plot a.u.b. positief? Woensdag is de deadline voor de scenarioschrijver, ik wacht zenuwachtig op de laatste instructies van de regisseur, moet ik nog verder spelen of kan ik eindelijk eens op écht verlof?

Nu 48 uur na de laatste pillenscène, zie en voel ik al een verschil. Mijn fysiek is 0 maar de last op mijn schouders, de druk in mijn lijf is al verminderd. Ik hoef niet meer constant naar het toilet crossen, de zetel zet een pruillip op want krijgt minder aandacht en de allergieën beginnen te stabiliseren. Al zijn we er nog niet, maar desondanks zie ik vooral het licht tussen de wolken. Nog even en ik kan solliciteren voor die ander rol, die van M, degene die de touwtjes in handen heeft. Maar voorlopig hang ik dus nog steeds vast aan mijn huidige rol, hopelijk voor de laatste week in mijn leven is het nog steeds: ‘My name is Bond. 1770 Bond, Cindy Bond…’