donderdag 10 november 2011

Op het einde van mijn vijfde chemo vorige week donderdag vroeg mijn oncologe of het ging, ik zei ‘ja, maar….’ Ze was uiteindelijk blij dat ik niet wou opgeven en wil proberen om minstens nog 3 weken door te gaan tot de laatste. Ze gaf aan dat er vele zijn die hun 6de (ofwel 12de ) kuur niet meer willen komen halen. Wel eerlijk gezegd, nu een week later, ik begrijp het. Fysiek zit ik echt op een historisch dieptepunt, mijn lijf heeft moeite met de trap, ik zie soms scheel van de migraine, mijn maag wil niet meer verteren, mijn lippen en mond zijn pijnlijk en ik voel me opgeblazen gelijk een ballon, een ballon van beton.
Mentaal weet ik wel wat me te doen staat maar de emoties spelen me op. Buiten is het nog half zomer, half herfst, maar bij mij is het putje winter. Ik wapen me met een dikke muts want het stormt in het hoofd, dikke sokken want ik heb het steeds koud en aangezien het water steeds hoog staat, permanent overstromingsgevaar, is een pakje zakdoeken ook al vast onderdeel van mijn overlevingskit. Verder vind je in de kit nog keelpastilles, dafalgan forte, motilium, slaappilletjes…  Onderweg op mijn kruistocht  vind ik vooral veel rekeningen op mijn weg, en mijn compagnon de route de mutualiteit blijkt nu ook minder sterk dan verwacht. Hij werkt maar voor 40% van mijn loon meer mee… Maar ik moet verdergaan, zie het eindpunt nog niet, weet dat het zwaar is en nog zal zijn maar ik weet dat ik niet mag opgeven. Ik moet, ik moet, ik moet, elke dag komt het lichtje een beetje dichter, hoorde ik al maar iemand roepen dat het zo ver was, was het maar al wapenstilstand.